Wat doe je anderhalf uur in de sportschool? Die vraag had ik van die fanatiekelingen absoluut gesteld. En dan waarschijnlijk met zo’n blik erbij van ‘je bent gek dat je dat doet’. Maar vandaag heb ik het zelf ervaren. Wat ik in die anderhalf uur allemaal heb gedaan?

Iets voor negenen stap ik Lifestyle Healthcenter Gennep binnen. Bart begroet me enthousiast en na een snelle kleding- en schoenenwissel neem ik plaats op de fiets. Niveau 4-5 voelt goed en zo trap ik 8,5 minuut om warm te worden. M’n hartslag is aan de hoge kant, maar ik ervaar zelf geen problemen. Ondertussen worden anderen gemotiveerd om deel te nemen aan het buikspierkwartiertje dat in deze sportschool dagelijks om 9.15 uur op het programma staat.

Het buikspierkwartiertje is voor mij niet nieuw. In de sportschool waar ik tot voor kort trainde, deed ik hier zo nu en dan ook aan mee. De oefeningen daarentegen kun je niet met elkaar vergelijken. Die afwisseling is ook wel fijn. En tot mijn verrassing gaat het eigenlijk ook heel goed. Natuurlijk gaat het branden en sommige oefeningen zien er vanaf de zijlijn waarschijnlijk niet uit; maar ik ben niet ontevreden.

Daarna is het tijd voor het circuit, waarbij ik mijn andere spieren flink ga uitdagen. Want alle oefeningen in één setje van vijftien uitvoeren ging me goed af. Maar wat als ik dat twee keer moet doen? Nou, om nu ‘peanuts’ te zeggen gaat wat ver. Maar ik ben niet ontevreden. Sommige oefeningen zijn echt de hel, zelfs op de laagste stand (beloof je dat ik volgende keer de namen even goed zal onthouden). Maar andere oefeningen doe ik zonder het te weten met 7,5 kilo meer dan op mijn lijst staat. In deze sportschool kun je het gewicht namelijk finetunen. Waar je anders kunt kiezen tussen 15 of 25, kun je het hier aanvullen met 2,5 – 5 – 7,5. Tja, dan moet je wel goed checken wat je voorganger heeft gedaan en niet gewoon gaan zitten.

Daarna mag ik me omkleden om nog eens een twintig minuten op de spinningfiets plaats te nemen. Dat is een avontuur op zich, dus ook een apart blogje waard. Kort samengevat: aan het eind gutste het zweet over m’n hoofd en rug. Problemen met water drinken had ik ook niet meer. Met wiebelbeentjes vervolgens afgesloten op de loopband. Nog acht minuten wandelen met 4 kilometer per uur. Althans dat had Bart gedacht, maar dat was voor mij echt te langzaam. Eigenwijs heb ik ‘m dus op 4,5 gezet.