Als je gaat kanoën terwijl het zonnetje schijnt en het kwik oploopt tot veertig graden dan zijn er drie zaken die niet in je bagage mogen ontbreken: een grote fles water, zonnebrand en een hoed met brede rand. Maar wat als er helemaal geen ruimte is voor zo’n grote waterfles? Dan drink je gewoon uit de rivier, aldus onze gids.

Tijdens onze vakantie deden we een driedaagse kanotocht op de Katherine River. Dat we alleen het noodzakelijke bij hadden, wisten we natuurlijk wel. Toch kwam de water-boodschap redelijk onverwacht. Al begrijp je nu natuurlijk ook waarom we niet in het water mochten plassen…

Drinken uit de rivier… Dat is toch niet gezond? Volgens de gids wel. Tja, en hoe willen we er anders aan de minimaal drie liter per dag komen? Als onze bidon leeg is, dompelen we ‘m dus gewoon onder. De smaak? Niet slecht hoor, maar het proeft toch een beetje naar aarde. En af en toe wordt de maag geschuurd door wat meegekomen zandkorrels. Maar verder smaakt het geweldig in deze hitte. En we worden er inderdaad niet ziek van.

Na twee dagen zijn we het wel een beetje beu, dus kiezen we ervoor om het restje middagthee in onze bidon te gieten. Een idee van mij, want dat zie ik mijn vader al jaren doen als hij gaat wielrennen. De andere groepsleden zijn blij met deze tip, want nu hebben we eindelijk weer wat met smaak onderweg. Al moet ik zeggen dat dat blikje frisdrank bij aankomst nog vele malen beter was…